BELEGERING DER STARCKE STADT GROLLE
HOOFDSTUK X

SPAANS LEGER OVER DE RIJN


2 augustus 1627
Op deze dag bereiken de approches gegraven vanuit het kwartier van Ernst van Nassau, de contrescharpe, een schuinoplopende wering voor de stadsgrachten. Hier worden batterijen ingericht die de stad onophoudelijk met kannonnen bestoken. Op 2 augustus ontvangen zowel de belegerden als de belegeraars het bericht dat graaf Hendrik van den Berg met een ontzettingsleger op weg naar Grolle, de Rijn is overgestoken.
De contrescharpe wordt niet door de belegerden verdedigd omdat "... als weinigh dienstigh door 't instorten van 's vyands koegelen en 't getalle der hunne te gering sijnde, om zigh tot het beschermen der buitenwerken te konnen verleedigen". In plaats van de contrescharpe te verdedigen en het risico te lopen grote verliezen te lijden, trekken de belegerden zich binnen de grachten terug en worden de poorten gebarricadeerd en de bruggen afgebroken.
In het Staatse leger worden maatregelen getroffen nu duidelijk is dat graaf Hendrik met een ontzettingsleger naderbij komt. De bezetting van de schansen wordt opgevoerd en van geschut voor zien. De prins begeleidt de ontwikkeling van de circumvallatielinie persoonlijk "met groote vlijdt en gestaedigae wakkerheit" en laat vooral in het oosten, waar hij het gevaar verwacht, de wallen verzwaren en verhogen en er worden nieuwe redoutes aangelegd.
Frederik Hendrik ontdekt bij het kwartier van graaf Ernst "... een hooghte naeby het leegher, en voorziende dat die den vyand dienstigh zijn zoude, belast hy de zelfde met een hoornwerk te versterken...".
Ook roept de prins de legers van Prinsen en Varix weer terug die hun kwartieren aangewezen krijgen tussen die van graaf Ernst van Nassau en die van admiraal Willem van Nassau.


VORIGE HOOFDSTUK VOLGENDE HOOFDSTUK