Frederik Hendrik stuurt voor de tweede keer de marquis d'Hauterive naar de stadscommandant om diens bereidheid te peilen met betrekking tot onderhandelingen die leiden tot een overgave van de veste.
Matthys Dulken is niet overmoedig geworden omdat hij de Staatse legers drie keer terug heeft geslagen bij de wal: de belegerden hadden al de grootste moeite om de aanval af te slaan en hierbij was het gehele bezettingsleger betrokken. Er dreigt nu echter een aanval van drie kanten, want ook de Fransen en de soldaten van graaf Ernst dreigen met behulp van een mijn een gat in de faussebraye te springen.

Ook al omdat duidelijk is dat er totaal geen hulp meer verwacht kon worden van de kant van graaf Hendrik van den Berg en de munitievoorraad enorm is geslonken "is hy nae een kort bestant en 't leeveren van gyselaers oover en weeder gekoomen tot een verdragh, 't welk 's anderen daeghs van den Prinse en Dulken geteekent, en den derden dagh voltrokken is."

VORIGE HOOFDSTUK VOLGENDE HOOFDSTUK