NA DE OVERGAVE VAN DE STAD
Een dag na de ondertekening van het verdrag, op 20 augustus, trekt prins Frederik Hendrik met zijn lijfwacht de stad binnen door de Beltrummer Poort en neemt de wachten over. Wanneer dit gebeurd is verlaten door de Lievelder Poort 832 Spaanse musketiers met volledige bewapening Grolle: de niet verwonde voormalige bezettingsmacht:
Deze soldaten gingen op weg naar het kamp van graaf Hendrik van den Berg, die, nadat deze troepen zich bij zijn leger gevoegd hadden, direct zijn kamp opbrak, en naar Raesveld trok.
In de stad zijn ongeveer 100 doden en ongeveer evenveel gewonden te betreuren.
Matthys Dulken is zijn legertje niet gevolgd naar graaf Hendrik van den Berg; hij keert terug naar zijn bezittingen in Winterswijk, hij is in 1621 namelijk hertrouwd met Hartlieb van Neheim, eigenaresse van de Plekenpol te Winterswijk.
Wanneer de stad door de staatse legers is overgenomen, wordt de balans opgemaakt. Men vindt binnen de stad 200 ton buskruit, 12 metalen stukken geschut, de meesten met het wapen van de H.H. Staten, 1 mortier, weinig musketten, maar veel kanonskogels. Op de wallen ruim 30 ijzeren kanonnen, waarvan er enkele gesprongen zijn en in de kanonkelders nog 700 pond lonten, 165 pond pulver, en 14 zware ijzeren stukken, waarvan er een als trofee aan de stad wordt geschonken.
Op de eerste zondag na de overwinning wordt in de, tot dan toe, katholieke kerk van Grolle, "door 't reght van de ooverwinghe, gegeeven aen de vergaederinghe der Protestanten" een mis opgedragen "waer in de Prins ook teegenwoordigh geweest is."
Kolonel Prinsen wordt met 17 vendelen naar de Rijn gestuurd "op dat den vyandt geene aenslaeghen quaeme te smeeden."
De loopgraven, redoutes en schansen worden door het Staatse leger geslecht: alles wordt onverdedigbaar gemaakt. Zo wordt voorkomen dat het Spaanse leger gebruik zou kunnen maken van de circumvallatielinie om de stad te gaan belegeren. Ook begint men aan het herstel van de schade binnen de stad en ook de bressen in de wallen worden gedicht.
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen verkeert het Staatse leger in een overwinningsroes en "allenghkens verzaghte men insgelijks den arbeidt in 't waeken...".
Hierdoor kon het gebeuren dat het Staatse leger ineens verrast wordt door "een geheele vaen van zeeventigh ruitery, gewaepent met karabijnen..." onderleiding van Robbert van Eekeren: een Spaans vaan ruiterij. Robbert van Eekeren, die met zijn 70 ruiters geen bedreiging voor de stad vormt, verklaard dat het vaan behoord tot het leger van de Duitse keizer, maar omdat men nog geen eed afgelegd heeft, en wat nog belangrijker is, nog geen soldij ontvangen heeft, geven ze gehoor aan de bede van graaf Hendrik van den Berg om zich bij diens leger te voegen, wat ze dan tenslotte doen.
Nadat het ontzet van Grolle mislukt is en het Spaanse leger wegtrekt, hopen de ruiters deel uit te mogen blijven maken van het Spaanse leger en dat men soldij ontvangt. Maar dat laatste blijft uit en de huurlingen verlaten het Spaanse leger op zoek naar "geleegenheidt en loon". He vaan wordt vrije doortocht verleend.
De prins blijft nog een maand in Grolle onder andere met zijn secretaris Constantijn Huygens. Bij zijn vertrek wordt de "steevooggdij" aan graaf Herman Otto van Styrum opgedragen, en de bezetting van de stad (die op dat moment uit 3 vendelen bestaat) wordt versterkt met 4 vendelen en 2 vanen ruiterij.